- flitsen
- {{flitsen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [zich snel voortbewegen] passer comme un éclair2 [kort, fel licht geven] jaillir♦voorbeelden:1 zij flitste voorbij • elle est passée comme l'éclair2 er flitste een bliksemstraal in de lucht • un éclair traversa le cielII 〈onovergankelijk werkwoord, overgankelijk werkwoord〉1 [fotografie] 〈onovergankelijk werkwoord〉 flasher; 〈overgankelijk werkwoord〉 prendre au flash
Deens-Russisch woordenboek. 2015.